donderdag 14 februari 2013

Jan Pen in 1965 en de onmiskenbare terugval in publieke kennis

Gisteren gaf ik de opgaaf: Wie schreef dit en wanneer? Gevolgd door drie alinea's tekst waarin iemand betoogt dat een depressie zoals in de jaren 30 van de vorige eeuw niet meer zal voorkomen. Want zo'n depressie wordt veroorzaakt door een plotselinge koopkrachtdaling en sinds Keynes weten overheden hoe ze de koopkracht op peil kunnen houden en dat ze dat ook moeten doen. Ze moeten belastingen verlagen of de bestedingen opvoeren. "Dergelijke maatregelen zullen stellig worden genomen."

Arie Glebbeek reageerde als volgt:
Hoi Henk,
Volgens mij is hier Jan Pen aan het woord, ik denk begin jaren zestig. Ik meende me de passage zelfs te herinneren, mogelijk van toen ik laatst nog eens in een oude bundel bladerde (Het aardige van de economie, wellicht). Hoe het ook zij: deze inzichten waren ooit gemeengoed onder economen, politici en beleidsmakers. Sindsdien is een onmiskenbare terugval in publieke kennis opgetreden.
Groetjes, Arie Glebbeek.
 En inderdaad was hier Jan Pen (Lemmer 1921- Haren 2010) aan het woord. Hij was hoogleraar in de staathuishoudkunde en openbare financiën aan de Rijksuniversiteit Groningen. (Als sociologie-student volgde ik van 1965 tot 1968 bij Jan Pen het bijvak economie.) Die drie alinea's zijn afkomstig uit het boekje Economische actualiteiten, dat verscheen in 1967 en waarin artikelen zijn gebundeld die eerder waren verschenen in Vrij Nederland, Het Parool, de NRC, het Hollands Maandblad, de Economisch-Statistische Berichten en het Financieel Dagblad.

Jan Pen was in die tijd een veelgelezen en veel geïnterviewd econoom. Vooral een macro-econoom. Hij schreef Moderne Economie (1e druk 1958), waarvan, volgens Bol.com, in twintig jaar tijd meer dan 125.000 exemplaren werden verkocht en dat vertaald werd in het Engels, Zweeds, Portugees, Pools, Grieks, Italiaans en Japans. Het werd in 1977, uitgebreid en vernieuwd, opnieuw uitgegeven onder de titel Macro-Economie (i.s.m. L.J. van Gemerden). Nadat in 2009 abusievelijk in de pers werd gemeld dat hij was overleden (het betrof een andere Jan Pen), overleed hij op 14 februari 2010, nu op de dag af drie jaar geleden. Zie hier het In Memoriam dat Steven Brakman en Harry Garretsen toen schreven.

In datzelfde boekje waar ik die drie alinea's uithaalde, bespreekt Pen ook The Great Crash van John Kenneth Galbraith, het boek over het rampjaar 1929, naar aanleiding van het toen verschijnen van de Nederlandse vertaling daarvan. Pen schrijft daar (mijn cursivering):
De crisis bleef niet beperkt tot een halvering van de beurskoersen, maar er brak een tienjarige depressie uit. Werkloosheid en diepe ellende voor boeren en middenstanders volgden op de ruïnering van de speculanten. De gehele wereld werd meegesleept. Regeringen stonden hulpeloos tegenover de paradox, dat de mensen armoede leden terwijl de fabrieken ongebruikt stonden. Het nationale inkomen was een derde lager dan het had kunnen zijn.
De depressie is al vaak beschreven, en Galbraith zegt er niet veel van; hij beperkt zich tot de crisis. Maar de samenhang tussen (beurs)crisis en algemene depressie doet hem wel de vraag opwerpen: hoe groot is de kans op herhaling? Het is de vraag die zich op iedere bladzijde van dit historische verslag opdringt.
Galbraith antwoordt (en ik heb er niets aan toe te voegen): een scherpe koersdaling is altijd mogelijk. (...) de beurs reageert nu eenmaal psychologisch, en als er een paniek zou uitbreken is het niet duidelijk hoe deze in de kiem kan worden gesmoord.
Maar wat wij wel kunnen proberen is: voorkomen dat de crisis doorziekt in de produktie, de werkgelegenheid, de lonen, de inkomens van allen. In de jaren dertig hebben de regeringen overwegend het verkeerde gedaan (uitgaven ingekrompen, lonen verlaagd) en het goede nagelaten (belastingen verlaagd, grote werken op touw gezet).
Nu weten wij meer van de kringloop-mechanismen af om dergelijke fouten te voorkomen. In de woorden van Galbraith: 'Een depressie zal nu niet worden tegemoetgetreden met het onwrikbare besluit haar te verergeren'. Dit slaat vooral op de bereidheid, begrotingstekorten te laten ontstaan. (...)
... een ding staat vast: als er ooit weer een beginnende depressie zou optreden - dat zal zeker weer gebeuren - kan zij alleen snel en effectief worden bestreden als de regeringen bij hun maatregelen niet worden gehinderd door ouderwetse ideologieën en door conservatieve pressiegroepen.
Ja, dat was Jan Pen in 1967. En wat gebeurt vandaag de dag? Wat de regeringen gedaan hebben en doen, is dat ze precies de depressie hebben verergerd, het verkeerde gedaan en het goede nagelaten. Juist vandaag zijn er weer de berichten dat de economische krimp in Europa verdiept. De economie van de 17 eurolanden kromp in het vierde kwartaal van 2012 met 0,6 procent, meer dan voorspeld. Het is de scherpste daling sinds 2009 en het is de eerste keer dat deze landen samen in de vier kwartalen van een kalenderjaar geen groei vertoonden. De economieën van Duitsland, Frankrijk en Italië krompen meer dan voorspeld. Commentaar van Carsten Brzeski van ING: "Dit zijn afschuwelijke cijfers, het is een wijdverbreide inkrimping, die niet overeenkomt met het positieve beeld van stabilisatie en positieve besmetting."

En de oorzaak daarvan is de onmiskenbare terugval in publieke kennis (Arie Glebbeek) die is opgetreden. De regeringen hebben het verkeerde gedaan, omdat ze in de bezuinigingsstrategie gingen geloven. Onwetendheid? Onkunde? Ideologie? Hoe dan ook, om in de woorden van Paul Krugman te spreken (in het hoofdstuk Dark Age Economics van End This Depression Now!):
Rond, zeg, 1970, wist de economische professie werkelijk genoeg om een herhaling te voorkomen van alles wat dan ook maar zou lijken op de Grote Depressie.
En toen ging een groot deel van die professie er toe over om te vergeten wat het had geleerd.
Laten we daar even bij stilstaan, op deze sterfdag van Jan Pen.

Update. Zie nu ook dit blogbericht van Paul Krugman van vandaag over het verband tussen bezuinigen en werkloosheid.

Geen opmerkingen: