dinsdag 11 maart 2014

De vier grote gemeenten hebben gelijk dat ze uitbreiding van het vuurwerkverbod tot 23 uur op oudejaarsavond willen

Zouden de berichten op dit blog over een vuurwerkverbod op oudejaarsdag iets uitgehaald hebben? Zie Vuurwerkverbod wenselijk? en Verbieden en ontmoedigen. De vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) bepleiten vandaag in een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken een vuurwerkverbod op oudejaarsdag tot 23 uur (en na 1 uur 's nachts). Nu is het afsteken van vuurwerk op oudejaarsdag toegestaan na 10 uur. Ook willen de vier gemeenten kunnen bepalen op welke plaatsen vuurwerk mag worden afgestoken.

Dat eerste bericht (Vuurwerkverbod wenselijk?) dateert van 30 november 2012 en staat op plaats 3 van de meestgelezen berichten van dit blog. In dat bericht nam ik de tekst op van mijn artikel Wanneer verbieden? dat in december 2009 in Openbaar Bestuur verscheen.

Wat was ook al weer de aanleiding tot dat artikel? Dat was het besluit van het toenmalige kabinet (Balkenende IV) om af te zien van het aanvankelijke voornemen om het vuurwerkverbod op oudejaarsdag uit te breiden tot 18 uur. De reden daarvoor was dat de politie had gewaarschuwd voor handhavingsproblemen. Er zou een te grote uitbreiding van politie-inzet voor nodig zijn.

Ik vond dat toen een te beperkt bestuurlijke gedachtegang. Die inhield dat naleving van een verbod alleen er van afhangt of de politie wel genoeg kan handhaven (controleren, boetes uitschrijven, arresteren). Te beperkt bestuurlijk, omdat ook burgers zelf aan naleving van een verbod kunnen bijdragen. Niet alleen door geen vuurwerk meer af te steken, omdat het immers niet meer is toegestaan, maar ook door er wat van te zeggen of in te grijpen als anderen dat wel doen. Of als ouders het de kinderen verbieden om het te doen.

Want als er een verbod bestaat, heb je een voor de hand liggend argument: jongens, het mag niet. Terwijl je nu, zonder een verbod, er wel wat van kan zeggen, maar je meteen de tegenwerping krijgt: maar het mag toch? Anders gezegd: het instellen van een verbod verandert ook iets in de relaties tussen mensen. Degenen die de overlast van het vuurwerk ondervinden krijgen het wat gemakkelijker om er wat van te zeggen. En de afstekers hebben een argument minder. Dus ook zonder handhaving door de politie kan een verbod wel degelijk effect hebben. Ik vond het jammer dat dit inzicht kennelijk niet had meegespeeld.

Misschien heeft het nu wel meegespeeld in het besluit van de vier gemeenten om die brief aan de minister te schrijven. Naast het andere argument van de aanzienlijke schade die door het zo onbelemmerd kunnen afsteken van vuurwerk wordt aangericht (brandwonden, te amputeren handen en vingers, oogletsels). Het is niet alleen maar een kwestie van overlast.

De bestuurlijke en politieke molens malen over het algemeen langzaam. In 2009 was een uitbreiding van het verbod tot 18 uur nog een brug te ver. De meeste politieke partijen schrokken er voor terug, bang om "impopulaire maatregelen" te nemen. Maar de publieke opinie is al om. Gezegd moet worden dat Groen Links daaraan heeft bijgedragen, o.a. door het meldpunt vuurwerkoverlast.  Nu, in 2014, komt er misschien een uitbreiding tot 23 uur.

Geen opmerkingen: