donderdag 10 juli 2014

Samen synchroon bewegen op muziek maakt peuters hulpvaardiger

Het is bekend dat samen synchroon, op de maat, bewegen hulpvaardiger maakt. Synchroon lopen (marcheren!), zingen en trommelen leidt er toe dat mensen elkaar aardiger gaan vinden en gemakkelijker samenwerken. Er is nu onderzoek (Interpersonal synchrony increases prosocial behavior in infants) dat er op wijst dat dat effect al bij jonge kinderen, peuters van ruim een jaar oud, optreedt.

Terwijl een assistent-onderzoekster op de maat van de muziek (het nummer Twist and shout van de Beatles) bewoog met de peuter in een tuigje op de borst met het gezicht naar voren, bewoog een van de onderzoeksters op korte afstand daarvoor synchroon of asynchroon mee. Zie het filmpje onderaan dit bericht voor hoe zich dat precies afspeelde. Dat duurde zo'n twee en een halve minuut.

Meteen daarna werd de peuter, na uit dat tuigje te zijn gehaald, onderworpen aan een testje voor hulpvaardigheid. Dezelfde onderzoeker liet zogenaamd per ongeluk iets vallen en gekeken werd of de peuter dat spontaan opraapte en teruggaf. Zoals in het filmpje, waarin de onderzoekster de was ophangt en een knijper laat vallen.

Het blijkt dan dat die peuters die twee en een halve minuut synchroon mee hebben bewogen, meer spontaan helpen dan peuters waarbij dit asynchroon gebeurde.

Hoe kan dat? Wat is er aan de hand met dat synchrone bewegen waardoor pro-sociaal gedrag wordt opgewekt?

Dat zou wel eens hetzelfde kunnen zijn als wat er aan de hand is met geïmiteerd worden. Want ook dat maakt pro-socialer. Beide lijken een sfeer van onderlinge vertrouwdheid te scheppen, waarschijnlijk dankzij de werking va spiegelneuronen. (Zie bijvoorbeeld dit bericht.) Door die vertrouwdheid met de ander breiden we onbewust de grenzen van ons zelfgevoel uit naar die ander. Dat maakt ons empathisch, waardoor we graag en spontaan iets voor die ander willen doen. Als vertrouwdheid er niet is op grond van een gezamenlijke geschiedenis, dus een langdurige relatie, dan blijkt hij ook op korte termijn te kunnen worden opgewekt door mimicry en door synchronie. Dat lijkt een belangrijke voorwaarde om toch goed met elkaar om te gaan ook als een gezamenlijke geschiedenis ontbreekt.

En het moet wel haast iets zeggen over de evolutionaire achtergrond van muziek en van onze onbedwingbare neiging om ook bij de geringste aanleiding samen te gaan dansen. En over de samenhang met het in de evolutie van de mensheid ontstaan van taal en van het coöperatief grootbrengen van kinderen.

Geen opmerkingen: