zaterdag 30 augustus 2014

"Davon haben wir nichts gewusst"- Over geweld en propaganda

In de mooie Buchladen zur schwankende Weltkugel (linke Fachbuchhandlung für Kritik und Alltag) aan de Kastanienallee in Prenzlauer Berg in Berlijn zag ik het boek 'Davon haben wir nichts gewusst!' Die deutschen und die Judenverfolgung 1933-1945 van Peter Longerich liggen. Ik herinnerde me vaag dat ik het ook al in Nederland had gezien. Bij Broese Boekverkopers in Utrecht? Ik wist het niet meer.

Toen had ik het nog laten liggen. Maar misschien doordat ik nu in Berlijn was, wist ik meteen dat ik het zou kopen.

Aan de dame achter de kassa vroeg ik of het pas verschenen was (het zat nog in plastic). Ze wist uit het hoofd te melden dat dit de tweede druk uit 2007 was, een jaar na de eerste druk. Dat klopte precies. Hoe lang zal dat dan geleden zijn geweest dat ik het heb zien liggen, vroeg ik me af. En waarom wist ik niet al zeven of acht jaar geleden af van het bestaan er van?

Hoe dan ook, ik vroeg in mijn beste Duits wat het boek in Duitsland teweeg had gebracht. Ze antwoordde iets in de trant van "Es gab so eine 'Diskussion'", waarbij ze met de vingers van haar beide handen aanhalingstekens nabootste, "aber es hat wenig geändert." En ze glimlachte wat schamper. Ik wist niet of en hoe ik dit gesprek zou kunnen voortzetten en begon over iets anders.

Ik lees dat boek nu en ben vandaag tot p.211 gekomen. Het beslaat ruim 300 bladzijden tekst, gevolgd door een notenapparaat van 200 bladzijden. Dat het lezen je de adem beneemt, komt vooral door dat je het gevoel krijgt nooit dichter te zijn geweest bij wat het voor gewone Duitsers moet hebben betekend om het Hitler-bewind mee te maken.

Longerich kan dat bereiken doordat hij alle partijkranten en reguliere, later ook gelijkgeschakelde, dagbladen heeft door geplozen die in die periode zijn verschenen. Aangevuld met allerlei andere bronnen, zoals de Gestapo-berichten over de "toestand in het land", bioscoopjournaals, dagboeken en brieven. Hij doet dat zeer uitgebreid en zorgvuldig.

En als je het volhoudt om door te lezen, dan krijg je het idee dat je benadert hoe het geweest moet zijn. En meteen realiseer je ook wat het belang is van niet alleen persvrijheid, maar ook vooral van internet en sociale media. Als je in een land voor je nieuws en informatie uitsluitend afhankelijk bent van het gedrukte woord en als er een ministerie van Propaganda is dat gedetailleerd voorschrijft wat wel (en hoe) geschreven mag worden en wat niet, ja, dan kan er heel veel grondig misgaan.

Ik besteed er later meer aandacht aan. Maar nu al vast een korte aantekening. Hoe kan het dat het vernederen, vervolgen, uitdrijven en uitmoorden van een gehele bevolkingsgroep in een land kan gebeuren? Terwijl, zoals Longerich aannemelijk maakt, een groot deel of zelfs de meerderheid van de bevolking daar niet achter staat. Waarom komt dat deel van de bevolking niet in opstand? Ze hadden het toch tegen kunnen houden.

De voorlopige balans opmakend, denk ik dat de verklaring ligt in geweld en propaganda. Hitler moet intuïtief geweten hebben dat hij zijn obsessieve haat tegen de Joden alleen dan in daden zou kunnen laten omzetten als hij zijn giftige boodschap vergezeld liet gaan van geweld en intimidatie. En dat is de agressie van de narcist tegen alles wat hem in de weg staat. Die niet alleen in zijn redevoeringen naar buiten kwam, maar vooral ook in de straten, waar zijn aanhangers huis hielden. Vrijwel iedere potentiële tegenstander van dit schrikbewind moet door en door geïntimideerd zijn geweest.

Daar boven op kwam de propaganda. Maar niet in de zin dat propagandaminister Goebbels er zo goed in slaagde om het antisemitisme verder onder de bevolking te verspreiden. Waarschijnlijk veel meer door de volstrekte beheersing van de informatiestromen. Als de knokploegen van de SA, geregisseerd van bovenaf, weer overal in het land, in de steden en de dorpen, Joden uit hun huizen haalden en in elkaar sloegen en synagogen en Joodse winkels in brand staken, dan werd er nauwkeurig voor gezorgd dat daarover alleen in de lokale pers werd bericht. De landelijke bladen werd verboden er over te schrijven.

Zodat niemand een totaalindruk van al dat geweld kon krijgen. Longerich (p.128):
So aber hatte der Pogrom zwar auf örtlicher Ebene für jedermann sichtbar stattgefunden, blieb aber in seinen nationalen Ausmassen nur in Umrissen erkennbar.
Iedereen kon blijven denken dat elke gebeurtenis een lokaal incident was. En kon blijven hopen dat alles wel weer zou overwaaien. Goebbels had wel door dat hij niet van elke Duitser een Jodenhater kon maken. Maar hij wist ook hoe hij de potentiële tegenstanders indolent en passief kon maken.

En natuurlijk hoe hij ze kon intimideren.

Propaganda en geweld. Het is goed om daar ook nu nog bij stil te staan.

Geen opmerkingen: