woensdag 28 januari 2015

Meer samenwerking en pro-sociaal gedrag als mensen zich prettig en veilig voelen. En over de verzorgingsstaat en het basisinkomen

Er waren al aanwijzingen dat mensen pro-socialer zijn als ze intuïtief en spontaan handelen. Zie het bericht Intuïtief zijn we pro-sociaal. Maar alleen met een sociale omgeving die pro-sociaal is en volg de link daarin naar een vorig bericht met dezelfde strekking. Het nieuwe onderzoek The Collective Benefits of Feeling Good and Letting Go: Positive Emotion and (dis)Inhibition Interact to Predict Cooperative Behavior versterkt die aanwijzingen.

De onderzoekers sluiten aan bij het bekende inzicht dat aan ons gedrag twee onderling concurrerende cognitieve systemen ten grondslag liggen, een dat snel, automatisch, intuïtief en meestal emotioneel is en een dat langzaam, gecontroleerd en deliberatief delibererend verloopt. Denk aan Kahnemans Thinking Fast and Slow

Dat inzicht combineren ze met de Social Heuristics Hypothesis, die inhoudt dat gedragingen die in ons dagelijkse sociale leven doorgaans succesvol zijn, geautomatiseerd worden tot sociale intuïties. Als onze sociale omgeving voldoende pro-sociaal en coöperatief is, dan is ook onze eigen pro-sociale gedrag meestal succesvol, en ontwikkelen we dus pro-sociale intuïties. (Voor de lezers die nog onbekend zijn met de term pro-sociaal, zie het bericht Wat is eigenlijk pro-sociaal gedrag?)

Bovendien veronderstellen ze dat het bekende gegeven dat positieve emoties (je goed voelen) bevorderlijk zijn voor pro-sociaal gedrag, er mee samenhangt dat het op je intuïties kunnen vertrouwen een goed gevoel geeft. Het wijst er op dat de omgeving vertrouwd is en dus veilig.

Maar wat betekent dat alles als we in een sociale situatie terechtkomen die niet meteen bekend en vertrouwd is? Zoals de situatie waarin de personen terechtkwamen die aan dit onderzoek deelnamen. Ze moesten beslissen wat ze zouden doen in een Publiek Goed Spel. Dat houdt in dat de spelers beslissen hoeveel van hun eigen munten ze in een publieke pot zullen doen, waarna de munten in die pot vermeerderd worden en gelijk over iedereen verdeeld. Daarnaast houdt iedereen de eigen munten die hij niet in de pot heeft gedaan.

Dit is een bijzonder geval van het bekende gevangenendilemma. Het zou sociaal optimaal zijn als iedereen alles in de pot zou doen. Dus zou samenwerken. Maar omdat de spelers niet van elkaar weten wat ze doen, is er ook een motief om de munten juist zelf te houden en mee te profiteren van de munten die anderen wel in de pot hebben gestopt. Volgens de speltheorie is het daarom individueel optimaal om niets aan de pot bij te dragen. Waardoor dus het sociale optimum niet bereikt wordt.

We weten al dat veel proefpersonen in zulke situaties niet handelen zoals de speltheorie voorspelt, maar integendeel behoorlijk veel aan het publieke goed bijdragen. Zich coöperatief of pro-sociaal gedragen. En dus het risico op de koop toe nemen dat anderen (de freeriders) daarvan profiteren.

Wat is nu van invloed op hoe mensen zich zullen gedragen? In dit onderzoek werd iedereen gevraagd om kort uit te leggen waarom ze zo gekozen hadden als ze hadden gedaan. De onderzoekers analyseerden hun antwoorden met de Linguistic Inquiry and Word Count, waarna ze op grond van de gebruikte woorden een indeling konden maken in "overwegend positieve emoties", overwegend negatieve emoties" en "overwegend geremd". Waarbij geremd slaat op onderdrukking van spontaniteit (inhibition) en daarentegen juist op je hoede zijn. Hieronder zie je voorbeelden van zinnetjes die werden ingedeeld.

Table 1.  Example texts that received high LIWC scores for positive emotion, negative emotion, and inhibition.

Je ziet dat degenen die in de rechterkolom terechtkwamen, vooral op hun hoede waren. In de middenkolom kwamen de egoïsten terecht en links vind je degenen die zich kennelijk veilig en prettig voelden.

Het bleek toen dat degenen die zich prettig voelden én niet op hun hoede waren, zich het meest pro-sociaal gedroegen. Een goed én een veilig gevoel maken pro-sociaal. In die gevallen waarin mensen wel een goed gevoel hadden, maar ook op hun hoede waren, dus niet vertrouwden op hun intuïties, was het zo dat het pro-sociale gedrag dat anders zou voortkomen uit dat goede gevoel, werd onderdrukt door het op hun hoede zijn.

Kortom, meer aanwijzingen dus dat je samenwerkingsbereidheid en pro-sociaal gedrag kunt bevorderen door er voor te zorgen dat mensen zich prettig en veilig voelen. Onzekerheid maakt mensen alert, wantrouwend en op hun hoede, waardoor ze uit voorzichtigheid meer vooral op eigen gewin uit zijn. Lees ook nog even het bericht De belichaming van pro-sociaal gedrag - En wat we daarvan kunnen leren dat qua strekking hier mee overeenkomt.

Een conclusie daaruit voor hoe wij onze maatschappij zouden moeten inrichten, ligt voor de hand. Denk even aan de berichten Participatiesamenleving in plaats van verzorgingsstaat? Niet of-of, maar en-en, Verzorgingsstaat, welvaart en geluk en De verzorgingsstaat verhoogt de tevredenheid met het leven.

En bedenk dat al dit onderzoek sterke argumenten verschaft voor de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen.

Geen opmerkingen: