maandag 21 september 2015

Atkinson: werkloosheidsbestrijding moet (weer!) veel hoger op de agenda

De eminence grise van het economische ongelijkheidsonderzoek, Tony Atkinson, was in Amsterdam om er op uitnodiging van het Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies een lezing te houden voor de Industriële Grote Club. De Volkskrant plaatste een interview met hem met het citaat "Hoge werkloosheid is niet te tolereren" als kop. Dit naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek Inequality. What Can Be Done?, hier besproken in The Guardian.

In dat boek bepleit Atkinson dat overheden veel meer moeten doen om ongelijkheid tegen te gaan. Ik heb het zelf nog niet gelezen, maar maak uit die bespreking op dat hij van oordeel is dat de oorzaken van de in de afgelopen tientallen jaren toegenomen ongelijkheid niet liggen op het vlak van de economie zelf, maar op dat van de politiek. Er is bij politici de onjuiste gedachte gaan rondzingen dat meer ongelijkheid goed zou zijn voor de economische groei en dat het met de negatieve effecten er van wel zou meevallen.

De mogelijkheden om die ongelijkheid te verminderen, moeten dus ook op het vlak van politieke maatregelen gezocht worden. Zo betoogt Atkinson bijvoorbeeld dat het hoogste belastingtarief best flink hoger zou kunnen zijn. Benieuwd wat Bas Jacobs daar van vindt.

Maar opmerkelijk, en van belang voor Nederland en voor de eurozone, is dat Atkinson er voor pleit om het bestrijden van de werkloosheid weer veel hoger op de agenda te zetten. Wéér te zetten, want het streven naar volledige werkgelegenheid was voorheen een van de centrale macro-economische doelstellingen van overheidsbeleid. Ergens moeten politici, aangestoken door de neo-liberale waan van de dag, zijn gaan denken dat je de werkgelegenheid wel aan de markt kon overlaten.

En heel interessant is wat die werkloosheidsbestrijding volgens Atkinson zou betekenen. In de eerste plaats zou de Europese Centrale Bank net als vrijwel alle andere centrale banken een dubbel mandaat moeten hebben: niet alleen zorgen voor prijsstabiliteit (een inflatie van tegen de 2 procent), maar daarnaast ook een werkgelegenheidsdoelstelling. Het is lichtzinnig om een monetair beleid te voeren dat de mogelijkheid negeert van een langdurig marktevenwicht met lage inflatie en hoge werkloosheid. Een toestand die we nu in de eurozone meemaken. Lees nog eens James Galbraith daarover.

Maar zo'n dubbelmandaat is niet voldoende als de overheid niet ook een beleid voert gericht op volledige werkgelegenheid. Dus moet de overheid de rol aannemen van werkgever-in-laatste-instantie. Ook met het goede monetaire beleid is er geen garantie dat de markt voor iedereen een baan creëert. Daar ligt een overheidstaak. Een citaat uit dat interview:
Als ultieme reddingsboei tegen de werkloosheid zouden overheden aan mensen die dat willen gegarandeerd werk moeten bieden tegen het minimumloon: bijvoorbeeld in verzorgingstehuizen, kinderopvang, de thuiszorg, bibliotheken of in een ondersteunende rol bij de politie. In veel van deze sectoren zijn de afgelopen tijd veel banen wegbezuinigd, zonder dat daar via de markt banen voor in de plaats zijn gekomen. Als we vinden dat banken too big to fail zijn, waarom zijn mensen dat dan ook niet op de arbeidsmarkt, aldus Atkinson.
Hoe actueel is dat voor Nederland, waar in de politiek nagenoeg de consensus heerst dat de sociale werkvoorziening dient te worden afgeschaft. Vanuit een o zo naïef geloof dat je met wat afspraken met werkgevers kunt bereiken dat er in de marktsector voor iedereen wel een plekje is.

Geen opmerkingen: