vrijdag 7 oktober 2016

Is er nu echt, eindelijk, dan toch, het einde van het bezuinigingsbeleid in Europa?

Mijn eerste berichten over de bezuinigingszeepbel dateren van september 2011. Het leek toen al duidelijk dat de politici die gingen denken dat het een goed idee was om op de economische crisis te reageren met een bezuinigingsbeleid, zich niet baseerden op empirische evidentie, maar dat ze integendeel slachtoffer waren geworden van een sociale zeepbel.

Ze waren niet goed geïnformeerd en in plaats van daar wat aan te doen, gingen ze vooral bij elkaar te rade. En omdat sommigen, of omdat ze hun oor te luisteren hadden gelegd bij de verkeerde econoom (Alesina) of omdat ze de ideologie van de kleine overheid aanhingen, gingen roepen dat er nu bezuinigd moest worden, gingen anderen daarin mee. Misschien ook omdat het stoer was om "de broekriem" en het "huishoudboekje" er bij te halen en die stoerdoenerij leek het bij de kiezers wel goed te doen. Zie voor een poging tot historisch overzicht van dit hele sociale proces het bericht
Een economische (en sociale) calamiteit van historische omvang - de Schwäbische Hausfrau en de bezuinigingszeepbel.

Waarom dit nu nog eens naar voren gehaald? Omdat ik tussen toen en nu al verschillende keren heb gedacht dat die sociale zeepbel van het bezuinigingsbeleid al bezig was leeg te lopen. Want de aanwijzingen dat die politiek niet deugde, stapelden zich op. Toch werd het beleid maar voortgezet, met voortgaande stoerdoenerij in bewoordingen als "Er is geen alternatief".

Maar nu is het misschien toch een keer zo ver. In de eurozone is het Stability and Growth Pact, met zijn fixatie op overheidstekorten en zijn verbod op macro-economisch stimuleringsbeleid, een stille dood gestorven. Stil, want het mag niet hardop gezegd worden. Zie Peter Goodman daarover vandaag in de New York TimesEurope May Finally End Its Painful Embrace of Austerity.

En nu is er ook Jason Furman, hoofd van Obama's Council of Economic Advisors, die gehakt maakt van alle argumenten voor dat bezuinigingsbeleid (de "Old View of Fiscal Policy") en er de New View tegenover zet, die qua evidentie overduidelijk als overwinnaar uit de bus komt. En die, o ironie, teruggaat op het werk van Keynes. Zie The New View of Fiscal Policy and Its Application.

Ik citeer even de vijf inzichten waarmee Furman de New View samenvat:
The New View of fiscal policy largely reverses the four principles of the Old View—and adds a bonus one. In stylized form, the five principles of this view are: 
 1. Fiscal policy is often beneficial for effective countercyclical policy as a complement to monetary policy. 
 2. Discretionary fiscal stimulus can be very effective and in some circumstances can even crowd in private investment. To the degree that it leads to higher interest rates, that may be a plus, not a minus. 
 3. Fiscal space is larger than generally appreciated because stimulus may pay for itself or may have a lower cost than headline estimates would suggest; countries have more space today than in the past; and stimulus can be combined with longer-term consolidation.

4. More sustained stimulus, especially if it is in the form of effectively targeted investments that expand aggregate supply, may be desirable in many contexts. 
 5. There may be larger benefits to undertaking coordinated fiscal action across countries. 
Waarna hij elk van die vijf langsloopt en tussendoor laat zien dat er van dat bezuinigingsbeleid helemaal niets deugde.

In een aparte paragraaf behandelt hij de eurzone, de institutionele opzet er van en het op basis daarvan gevoerde beleid. Die begint met de fraaie en bondige zin:
The institutional structure of the euro area reflects the Old View of fiscal policy.
Daarmee is eigenlijk alles gezegd. En pijnlijk is zijn constatering dat de eurolanden er vanwege hun omvangrijkere automatic stabilizers (dan die van de Verenigde Staten) er eigenlijk beter voor hadden moeten staan dan de V.S. Maar dat dat voordeel meer dan teniet is gedaan door dat rampzalige bezuinigingsbeleid. (Automatic stabilizers zijn de werkloosheidsuitkeringen en anders regelingen in het kader van de sociale zekerheid die er voor zorgen dat de inkomens, en dus de consumptie, in tijden van recessie op peil blijven.)

Geen opmerkingen: