donderdag 20 oktober 2016

Verplichte keuze met betrekking tot orgaandonatie?

Hoe zou het inzicht van het sociaal ingebed zijn van pro-sociaal gedrag moeten doorwerken in de keuze-architectuur van orgaandonatie? (Zie over keuze-architectuur eerder het bericht Pro-sociaal gedrag en keuze-architectuur - Over het naar voren halen van schuldgevoel.)

Die vraag dringt zich op nu er aanwijzingen zijn dat het aantal nieuwe "nee"-registraties in het Donorregister nogal sterk is toegenomen nadat de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel heeft aangenomen dat regelt dat iedereen donor is tenzij hij heeft laten registreren dat niet te willen zijn (ja - tenzij).

Het wetsvoorstel was bedoeld om het aantal orgaandonoren te verhogen. Daar is wat voor te zeggen. Ik las dat vorig jaar 134 mensen zijn overleden die hadden kunnen overleven als er een donororgaan beschikbaar was geweest.

Moeten we nu vaststellen dat de nieuwe wet, waarin dus donorschap het standaardalternatief gaat worden (het voorstel moet nog door de Eerste Kamer), averechts uitwerkt?

Zou kunnen. Het kan zijn dat het weerstandseffect (de weerstand tegen inbreuk op de gedragsvrijheid) wordt aangewakkerd. Of beter: nu naar buiten komt.

Maar internationale vergelijking wijst uit dat het bezwaarsysteem (ja - tenzij) resulteert in meer orgaandonoren en kortere wachttijden voor orgaantransplantaties dan het toestemmingssysteem (nee - tenzij). Zie De invloed van beslissystemen op de beschikbaarheid van donororganen:een internationale vergelijking.

Dat komt ook overeen met onderzoek dat laat zien dat mensen een pro-sociaal alternatief eerder kiezen als het als standaardalternatief wordt aangeboden. Ze lijken het dan op te vatten als de keuze die gangbaar is.

Een en ander wijst op de mogelijkheid dat het weerstandseffect bij de orgaandonatie nu inderdaad tijdelijk tot uiting komt, maar dat op de langere termijn meer donoren beschikbaar zullen komen. Want bijna 9 miljoen mensen, las ik gisteren in de Volkskrant, hebben zich helemaal nog niet geregistreerd. Je zou kunnen verwachten dat veel daarvan oftewel door zich alsnog als donor te registreren oftewel door geen bezwaar aan te tekenen, te kennen geven dat ze orgaandonor willen zijn.

Maar ik vroeg me af of ook hier de architectuur van de expliciete keuze niet nog beter zou werken. We zagen dat zulks het geval is bij de keuze voor wel of niet groene energie.

En ja hoor, na wat zoeken kwam ik er achter dat Harry van Dalen dat, al in 2011, heeft onderzocht. Zie Verplicht kiezen stimuleert orgaandonatie. Hij legde mensen de vraag voor;
“Stel dat iedere keer dat u uw paspoort moet vernieuwen op het gemeentehuis u tegelijkertijd verplicht bent om een keuze te maken ten aanzien van orgaandonatie. De keuze die u maakt is net zo lang geldig als uw paspoort. Indien u komende week uw paspoort moet vernieuwen, wat zou dan uw keuze zijn ten aanzien van de vraag: wilt u donor zijn?”
Op die vraag antwoordt 69 procent met ja,
meer dan de 60 procent die aangeeft geen bezwaar te zullen aantekenen in het geval van het bezwaarsysteem (ja, tenzij). Zie de figuur.

Ook hier zou de verklaring er in kunnen liggen dat de bewuste, expliciete keuze het schuldgevoel naar voren haalt dat mensen zouden ervaren als ze orgaandonatie zouden weigeren. Het schuldgevoel dus van niet pro-sociaal te handelen.

Geen opmerkingen: