dinsdag 17 januari 2017

Prestatiedruk, competitie, stress en ziek worden. Over de amygdala en het voortdurend alert moeten zijn

We hebben een maatschappij laten ontstaan, deels willens en wetens en deels zonder het door te hebben, met een gemiddeld hoog niveau van chronische stress.

Dat blijkt er o.a. uit dat onze levensverwachting zonder chronische ziekten afneemt. Zie We leven langer. Maar ook langer met meer stress? Het gaat dan om kwalen als hart- en vaatziektes, astma, suikerziekte, darmstoornissen, reuma, hoge bloeddruk en migraine. Dat we meer levensjaren hebben met chronische ziekten, wijst er op dat we meer last hebben van chronische ontstekingen en dat wijst weer op het meer ervaren van stress (type II allostatische belasting).

Waar komt die stress dan vandaan? Onderzoek wijst in de richting van het ervaren van negatieve en competitieve sociale interacties (zie Negative and competitive social interactions are related to heightened proinflammatorycytokine activity). Dan gaat het om conflicten met familie en vrienden, om competitie om aandacht te krijgen van anderen en om competitie in de sfeer van school of werk. Opvallend is dat competitie in de sfeer van sport en vrije tijd niet die kans op ontstekingen verhoogt.

Veel verkeren in een negatieve en competitieve sociale omgeving lijkt dus een bron van chronische stress. En dus van chronische ziektes. Daarmee komen de aanwijzingen overeen dat armoede, lage status, eenzaamheid en competitie (pesten, gepest worden) stressvol zijn. En in die lijn liggen berichten over stress op het werk en stress onder jongeren.

Wat het werk betreft, zie het TNO-rapport JONGEREN, WERKSTRESS EN FLEXIBELE ARBEIDSCONTRACTEN, waaruit blijkt dat oorzaken van burn-out liggen in emotioneel zwaar werk, hoge taakeisen, ongewenste omgangsvormen en gebrek aan autonomie. Ik kan dat niet met cijfers staven, maar ik vermoed dat het steeds meer en bij voortduring (vergelijkend) beoordeeld worden een belangrijke rol speelt. En die voortdurende beoordeling begint natuurlijk al in het onderwijs, waar het aantal "toetsmomenten" maar doorgroeit (Ook tieners hebben last van stress en drukte).

Het zou dus wel eens zo kunnen zijn dat het voortdurend moeten presteren, vooral ook in vergelijking met anderen, het altijd alert moeten zijn en het je moeten wapenen tegen onvriendelijkheid van anderen, dus het nooit kunnen ontspannen, de omstandigheden zijn die stress veroorzaken.

Dat vermoeden krijgt een bevestiging in het onderzoek Relation between resting amygdalar activity and cardiovascular events: a longitudinal and cohort study, dat vorige week verscheen. Het laat namelijk voor het eerst zien dat bij het verband tussen chronische stress en de kans op hart- en vaatziekten de (ook in rust!) verhoogde activiteit van de amygdala een rol speelt.

En die amygdala (of amandelkern) is een hersengebiedje dat een heel belangrijke functie heeft. Het zorgt er voor dat alle informatie die vanuit de omgeving binnenkomt een emotionele lading krijgt. Met name de rol bij angstreacties en bij agressie is bekend.

En die verhoogde activiteit van de amygdala is precies wat je verwacht als iemand zich niet veilig voelt. Als je emoties je "vertellen" dat je op je hoede moet zijn. Voortdurende waakzaamheid en alertheid op wat er zou kunnen gebeuren en op wat bedreigend zou kunnen zijn.

Daarmee is weer een stukje van het pad van een negatieve en competitieve sociale omgeving via stress naar chronische ziekten ingekleurd.

En dat drukt ons eens te meer op de noodzaak om te voorkomen dat mensen aan zulke sociale omgevingen worden blootgesteld.

Geen opmerkingen: