woensdag 8 november 2017

Pro-sociaal gedrag ten opzichte van vreemden is evolutionair gezien een uitbreiding van ouderlijke zorg

Update. Zie nu ook Why it can make sense to believe in the kindness of strangers.
De meest voor de hand liggende verklaring voor de opvallend grote mate waarin wij mensen tot altruïstisch of pro-sociaal gedrag bereid zijn, ook ten opzichte van vreemden, lijkt te zijn dat dit gedrag een uitbreiding is van de zorg voor nakomelingen (broedzorg) die wij gemeen hebben met andere zoogdieren.

Dat vermogen en de neiging tot broedzorg vereisen dat we getriggered kunnen worden door signalen van hulpbehoeftigheid en kwetsbaarheid van anderen (empathie) en daarop kunnen reageren met het bieden van zorg en steun. Dat zoogdieren bestaan, betekent dat er in het verleden op zulke vermogens en neigingen succesvol is geselecteerd.

Uiteraard is die broedzorg allereerst gericht op nageslacht en dus is verwantschapsherkenning ook onderdeel van het "broedzorgpakket" van emoties en vermogens. Maar verwantschapsherkenning is niet perfect. Of anders gezegd, we zijn niet op perfecte verwantschapsherkenning geselecteerd.

Daardoor zijn "vergissingen" mogelijk: we voelen empathie met een vreemde die in nood verkeert en schieten te hulp. Zulke "vergissingen" zie je bij veel diersoorten en zelfs tussen verschillende soorten. Zie het bericht over huisdieren en vriendschappen tussen soorten. Maar het maken van die "vergissingen" kan ook positief uitwerken op je eigen overleving en dan kan er juist op worden geselecteerd.

Dat is het geval bij soorten die doen aan cooperative breeding (coöperatieve broedzorg). Zie hier mijn eerdere berichten daarover. In zulke gevallen wordt de zorg voor nageslacht gedeeld met anderen. Wij mensen zijn van oorsprong cooperative breeders. In de Paleo Sociale Omgeving schoten andere groepsleden, ook niet-verwanten, te hulp bij het grootbrengen van de kinderen. Zie bijvoorbeeld Een samenleving zonder emotionele verwaarlozing van kinderen. Kan dat? De Hadza.

Als eenmaal die coöperatieve zorg noodzakelijk is voor overleving en voortplanting, dan zal er op de emoties en vermogens daartoe sterker worden geselecteerd. Dus ook op die uitbreiding daarvan tot niet-verwanten en wellicht zelfs tot vreemden die kwetsbaar zijn en hulp nodig hebben.

De gedachte dat het helpen van vreemden ook inderdaad voortbouwt op die zorg voor nageslacht, dus op de ouderlijke zorg, wordt ondersteund door de nieuwe studie Amygdala–midbrain connectivity indicates a role for the mammalian parental care system in human altruism.

We weten dat de amygdala en bepaalde subcorticale hersengebieden actief zijn bij ouderlijke zorg. De onderzoekers vergeleken de activiteit van deze gebieden bij personen die een ondubbelzinnig altruïstische daad hadden verricht (een nier hadden afgestaan aan een vreemde) met een controlegroep. Het bleek toen dat de grotere mate van sympathie die de altruïsten voelden voor een kwetsbaar iemand correspondeerde met een grotere activiteit van de amygdala, die subcorticale hersengebieden en de verbindingen daartussen.

De onderzoekers zien dat als een ondersteuning van de gedachte dat menselijk pro-sociaal gedrag ten opzichte van vreemden een uitbreiding is van ouderlijke zorg.

Geen opmerkingen: