maandag 12 maart 2018

Competitie maakt competitiever ook als je er niet zelf aan meedoet

Volgens de Dual Mode-theorie hebben mensen twee sociale gedragspatronen klaar liggen om snel uit te voeren, statuscompetitiegedrag en gemeenschapsgedrag, en laten ze zich bij de (meestal onbewuste) keuze tussen die twee, leiden door wat ze het meest in hun omgeving waarnemen.

Voor die laatste hypothese zijn er op dit blog al verschillende aanwijzingen voorbijgekomen. Zo hebben we gezien dat pro-sociaal (gemeenschaps-)gedrag pro-sociaal gedrag gemakkelijk uitlokt. Het laatste bericht in dat verband was Pro-sociaal gedrag is aanstekelijk - Nieuwe aanwijzingen.

En er zijn allerlei aanwijzingen dat kinderen die opgroeien in een meer conflictueuze en gewelddadige omgeving in hun latere leven in hun gedrag opportunistischer en egoïstischer zijn. Zie een van de berichten in dat verband: Mannen zijn opportunistischer en wraakzuchtiger als ze in een omgeving met meer geweld zijn opgegroeid. In diezelfde richting wijst het onderzoek dat laat zien dat agressie op televisie adolescenten agressiever maakt en onderzoek dat hetzelfde effect laat zien van competitieve videogames.

De nieuwe studie The influence of a competition on noncompetitors versterkt deze aanwijzingen als het gaat om competitie. De onderzoekers gaven bezoekers van een dierentuin de vrijheid om zelf te bepalen hoeveel ze voor de entree wilden betalen. De meesten gaven een vrijwillige bijdrage, die wel lager was dan de normale entreeprijs. Een deel van de bezoekers kreeg te horen dat er een competitie was om wie de hoogste entreeprijs zou betalen. Daar kon voor de winnaar ook een prijs aan vastzitten, zoals een jaarkaart voor de dierentuin.

Een ander deel van de bezoekers kreeg niets over die competitie te horen. Vervolgens bleek dat de bezoekers die wel van de competitie te horen hadden gekregen, maar er voor kozen om er niet aan mee te doen, een hogere vrijwillige bijdrage als entree betaalden dan degenen die geheel niet op de hoogte waren van de competitie.

Het kennis hebben van het plaatsvinden van een competitie, zonder zelf daaraan mee te doen, bleek dus het gedrag te beïnvloeden. In die zin dat het gedrag meer ging lijken op degenen die wel aan de competitie deelnamen.

De onderzoekers vermoeden dat eenvoudigweg het beeld dat bij je wordt opgeroepen als je hoort dat er een competitie plaatsvindt, competitieve emoties bij je uitlokt, die vervolgens je gedrag gaan beïnvloeden.

Dat zet je aan het nadenken over het effect op ons van al die competitie die we in ons dagelijks leven, op ons werk of in de media, om ons heen waarnemen. We worden er door beïnvloed, ook als we zelf geen deelnemers zijn.

Geen opmerkingen: